vrijdag 11 juli 2008

Lupa capitolina


Gisteren had de BBC het bericht, vandaag De Standaard. De Wolvin met Romulus en Remus, tentoongesteld in de Capitolijnse musea en beschouwd als symbool van Rome, is helemaal niet van Etruskische makelij, en zelfs niet antiek.

Toch waren de Romeinen er vast van overtuigd geweest dat hun wolvin dezelfde was als die van Cicero (De Divinatione, 1.20): Hic silvestris erat Romani nominis altrix, Martia, quae parvos Mavortis semine natos uberibus gravidis vitali rore rigabat; quae tum cum pueris flammato fulminis ictu concidit atque avolsa pedum vestigia liquit (m.a.w. ze is door een blikseminslag van haar voetstuk gevallen en bij het losscheuren liet ze sporen achter van haar voeten). Bij Richardson valt hierover te lezen: ...though the Capitoline Wolf seems more likely to be the wolf mentioned by Cicero (Cicero Cat. 3.19, Cicero Div. 1.20, Cicero Div. 2.47) as having been in Capitolio and struck by lightning in 65 B.C., because there are traces of such damage. Eén van de achterpoten van de Capitolijnse wolvin is inderdaad beschadigd.

In een artikel, al van 17 november 2006 (kort daarna vermeld in Discovery Channel), verklaart Adriano La Regina, hoogleraar in de etruscologie, : "Ora ci viene dimostrato, con argomenti inoppugnabili, che neanche la Lupa è antica. Per caratteristiche tecniche essa si inserisce infatti coerentemente nella classe della grande scultura bronzea d'epoca medievale, mentre per qualità formali può essere attribuita ad un periodo compreso tra l'età carolingia e quella propria dell'arte romanica." Het beeld zou dus te situeren zijn tussen de karolingische en de romaanse kunst. Van de twee peuters werd al langer aangenomen dat zij een latere toevoeging waren, gezien het grote stijlverschil met de wolvin. La Regina: "È invece noto da tempo che i gemelli sono stati aggiunti nel 1471 o poco dopo quando il bronzo, donato da Sisto IV alla città di Roma, fu trasferito dal Laterano sul Campidoglio." Dus in 1471 of een beetje later.

Restauratrice Anna Maria Carruba had er al op gewezen dat de Wolvin in één stuk gegoten was volgens de cire-perduemethode, een techniek gebruikt sinds begin 13e eeuw (en ze wijt de beschadigde poot aan een foutje bij het gieten). De antieken maakten bronzen beelden met aaneengelaste stukken. Een voorpagina-artikel (9 juli jl.) van La Regina in La Repubblica bevestigt nog eens de datering, nu met wetenschappelijke experimenten: "una serie di analisi (radiocarbonio, termoluminescenza)" en "le ultime (nl. analyses), ripetute una ventina di volte l' anno scorso, offrono un' indicazione molto puntuale nell' ambito del XIII secolo" ('de laatste, een twintigtal keer herhaald in het afgelopen jaar, leveren een veel preciezere aanwijzing voor een datering binnen de 13e eeuw').

Niet om moeilijk te doen, maar omdat de berichtgeving in De Standaard aardig wat afwijkt van die van de BBC - berichten die ik het eerst had gelezen - heb ik teruggegrepen naar de oorspronkelijke Italiaanse artikels. De BBC levert een perfecte samenvatting van het artikel van La Regina. Redactrice Inge Schelstraete van De Standaard helaas...
- "Het was eigenlijk te verwachten, toen vorig jaar bekend gemaakt werd dat de bekende beeldjes van Romulus en Remus onder de Capitolijnse wolvin dateerden uit de veertiende eeuw."
- "Onder meer koolstofdatering geeft Carruba gelijk: het beeld dateert uit de veertiende eeuw."
-
"Een beetje kunsthistoricus had moeten zien dat het onmogelijk Etruskisch kon zijn."
- "Maar het nieuws dat de Capitolijnse wolvin 1.800 jaar jonger is dan gedacht, ..."
- Subkop: "De Capitolijnse wolvin is een welp: in plaats van 2.500 jaar, is ze 'amper' 700 jaar oud."
Het klinkt niet vriendelijk, maar als lezer van een vaste krant verwacht ik correcte berichtgeving: een beetje krantenjournalist had zijn jaartallen juist kunnen citeren.
(En haar internetlink die verwijst naar de Musei Capitolini is voor een 'check en double-check' controle compleet nutteloos.)
.

zondag 6 juli 2008

Plato's grot

'Het communautaire overleg verloopt stilaan volgens de principes van de grot van Plato, waar binnenin andere dingen gebeuren dan de schaduwen aan de buitenkant van de grot doen vermoeden.'
Yves De Smet, politiek hoofdredacteur De Morgen, 5 juli, p.2.  Principes? Schaduwen aan de buitenkant?

woensdag 2 juli 2008

...en duizendjarig dolen


Het is de laatste regel van Vera Janacopoulos van Jan Engelman én de titel van een opstellenbundel, waarin ik voor het eerst kennismaakte met de Nederlandse schrijver Frédéric L. Bastet, zo'n 25 jaar geleden. Het staat vol leuke en tegelijk degelijk gedocumenteerde anekdotes over relieken van de antieke oudheid (ruim opgevat) en wat mensen er zoal rond uitgespookt hebben.
'Maar zijn ware gepassioneerdheid openbaarde zich als hij de menselijke werkelijkheid achter het object van zijn kennis mocht onthullen. Dan werd hij de zwierige verteller, met een hang naar de schalkse anekdote' (De Volkskrant).
Naast Duizendjarig dolen heeft hij nog vier andere 'Wandelingen door de antieke wereld' gepubliceerd, heerlijke lectuur. Ik herinner me een verhaal over de Venus van Milo, over haar vondst en haar omzwervingen tot ze in het Louvre belandde (*). Sinds heel kort weet ik dat dit eigenlijk een klein deel is van zijn literaire productie, en dat klassiek archeoloog Bastet zelfs de P.C. Hooftprijs gekregen heeft voor o.a. zijn Couperusbiografie.

Ook de titel van de volgende 'wandeling', Het maansteenrif, komt uit een gedicht, ditmaal van Hendrik Marsman, 'De zee'. De titels - en de gedichten - zeggen veel over Bastets opvatting van de antieke wereld: het is een bron van vitalisme en inspiratie, een paradijselijke droom.

Bastet is 30 juni jl. begonnen aan (of verder gegaan met) zijn eigen dooltocht van duizenden jaren - metempsychotisch gesproken. Requiescat.

Kees Fens, een ander monument van de Nederlandse letterkunde - van wie ik de columns in mijn adolescentenjaren verslond - en helaas ook sinds kort heengegaan, apprecieerde Duizendjarig dolen als volgt: 'De causeur laat de wetenschap nooit los, hij verlaat alleen zijn studeerkamer voor een rondleiding, die populair genoemd kan worden zonder oppervlakkig of niet feitelijk te zijn.' En over Bastet: '...de bij ons wat zeldzame bedrijver van de superieure historische gossip, die door een lichtheid van toon een kwaliteit erbij krijgt'.
(*)Even opgezocht: 'Venus bespied' - in Het maansteenrif
[Ouder dan de 'Wandelingen', maar in dezelfde trant opgevat en ook heel leesbaar, is Uit de Leerschool van de Spade door H.M.R. Leopold (1877-1950).]