donderdag 28 augustus 2008

Bill Clinton en de Aristotelische theorie van de retorica


Naast de schitterende website van prof. Marc Huys*, Greek Grammar on the Web*, staat al enkele jaren zijn artikel* over de speech van Bill Clinton in de Lewinsky-affaire op het net. Ik heb er nu pas een link naar gelegd op mijn website (onder 'Taal en tekst'), maar had het al veel eerder moeten doen, want dit artikel heeft mij een aantal creatieve lessen opgeleverd in mijn zesde jaar Grieks.

Het artikel analyseert de speech met criteria uit de Rhetorica van Aristoteles*, zonder daarom te willen suggereren dat Clinton en zijn spindoctors deze als leidraad gebruikt zouden hebben. Huys: Aristoteles wilde "een kritisch instrument aanreiken om alle mogelijke overtuigende boodschappen door te lichten. En bovenstaande analyse illustreert levendig de blijvende en universele toepasselijkheid van dit instrument." En: "We zullen niet zo ver gaan te beweren dat de geanalyseerde toepraak van de Amerikaanse president een historisch staaltje van briljante retoriek was. Maar de speech was wel voldoende overtuigend om, op een absoluut dieptepunt van Clintons carrière, het noodzakelijke vertrouwen van de meerderheid van de Amerikanen te behouden." Huys is erin geslaagd de Aristotelische mechanismen in deze speech op een overtuigende manier bloot te leggen.

Het artikel van Huys is eigenlijk te 'moeilijk' voor een zesde jaar Grieks. Toch is een leerling van mij erin geslaagd (het was een soort uitdaging) als eindwerk dit te verwerken in een paar lessen: hij zette, na een korte uitleg over de Lewinsky-affaire, zijn medeleerlingen aan het werk met de speech van Clinton. Zij moesten zo concreet mogelijk formuleren wat zij de overtuigende en zwakke kanten van de speech vonden. Na hen er zo actief bij betrokken te hebben zette hij summier de Aristotelische elementen uit de speech op een rijtje, daarbij telkens inspelend op de opmerkingen van de klas. Het was een creatief en enthousiast leermoment. Hij is toch niet aan een leraarscarrière begonnen.

------------
* Marc Huys is in 2010 overleden en zijn site is door Universiteit Leuven van het web gehaald.
.

donderdag 21 augustus 2008

Olympische beloning


Het blijft ongelooflijk dat iedere vier jaar (periodos) met een sportwedstrijd de aandacht gevestigd wordt op een van de stamlanden van onze Westerse cultuur. De hele wereld kent de oude Grieken. Nu, dank zij internet, kun je ook aardig precieze gegevens over de oude Olympische Spelen met een klik op je scherm halen, in drie talen: Nederlands, Engels en Chinees (en een beperkt aantal bladzijden in het Arabisch).

De moderne Spelen zelf op een televisiescherm bekijken doe ik niet graag, je staat er te dicht met je neus op. De camera toont lichaamsdelen in close-up, de been- of armspieren van een atleet, of zoals bij een pianist, de groteske vertrekkingen van de gezichtsspieren: het geeft je een voyeuristisch gevoel.
Voor de sporters is het natuurlijk een unieke kans om zich te meten met anderen. De belevenis en de herinnering aan het gebeuren maakt het voor henzelf de moeite waard. Eén keer heb ik die sfeer meegemaakt op een landelijke jongerencompetitie, waar ik voor mijn school mocht gaan speerwerpen. De voldoening die speer met een mooi zwiepend staartje de lucht in te krijgen en hem dan in een goede hoek in de grond te zien boren duurde eventjes, waarna het wachten was op de uitslag en daarna zwierf je nog wat rond op het terrein tot de bus je naar huis bracht.

Een triviale vergelijking? Ik denk het niet. Toch niet wat de atleten betreft. Er is uiteraard verschil: héél véél geld gaat er om en dat gaat niet over sport. Plus het opgeklopte en gemediatiseerde chauvinisme, waardoor gevoelens van triomf en teleurstelling bij de atleten ook olympische proporties aannemen.

Maar mutatis mutandis was dat in die oude tijd ook zo. Winnaars kregen prijzen, en van hun stad bijv. levenslange voordelen. Uitgerekend Afganistan riep gisteren nog een reminiscentie op aan die aloude gunsten van de vaderstad: landgenoot Rohullah Nikpai won brons bij het taekwondo, waarna hij telefoon kreeg van president Hamid Karzai met felicitaties en de belofte van de regering om hem een huis te schenken. Een telefoonmaatschappij zal bovendien een mooie som geld overschrijven op zijn rekening.
.