zondag 15 mei 2016

Van clue tot κλωθώ, met een bolletje wol.


Het Griekse woord hierboven spreek je uit als 'kloothoo' en betekent o.a. 'spinster'. Ik had haar nog maar pas achtergelaten in een vorig bericht maar hier is ze weer, zij het in een andere context en misschien onterecht.

De etymologie ('waar komen onze woorden vandaan?') is een onderdeel van de taalkunde dat vaak voor controverse zorgt, niet alleen in wetenschappelijke middens, maar ook bij 'leken', waar ongeloof een vaak voorkomende reactie is bij een etymologische verklaring. Ongeloof is hier gewoon het product van een gebrek aan kennis van en historisch inzicht in taal: je moet kunnen aanvaarden dat de taal die jij spreekt de buitenste jaarring is op een taalstam van duizenden jaren oud. En dat sommige taalspeurneuzen met oneindig geduld en doorzettingsvermogen teruggaan, terug door al die ringen heen, om onze huidige woorden in hun vele opeenvolgende gedaantes tot in een diep verleden in kaart te brengen.

Mijn leraar Latijn vond het leuk om ons te laten raden naar de oorsprong van Nederlandse woorden. 'Waar komt 'vulpen' vandaan?' Scholieren schreven daar toen nog mee. Antwoord: vulpes (Lat. voor 'vos'). En dan zat hij te grinniken bij onze verbijsterde gezichten terwijl ons ongeloof langzaam ook zichtbaar, en legitiem, werd. Geen betere manier dan voor de gek gehouden te worden om aangeleerd te krijgen wat 'volksetymologie' is. Dat is de term die gebruikt wordt, in deze politiek-correcte tijden nog altijd niet weggecensureerd, voor een oppervlakkige en foutieve manier van woordinterpretatie. Het was onmiddellijk duidelijk: niet alleen uiterlijk, maar ook inhoudelijk moet er een verband bestaan wil je over etymologie kunnen spreken. (Het uiterlijk hangt vast aan medeklinkers, klinkers zijn minder zeker. Zoals in 'vriezen' en 'vorst'.)

Ik heb goede herinneringen aan dat vak aan de univ, Indogermaanse Taalkunde heette dat nog - hoewel wat minder aan het examen bij Couvreur, met zijn beruchte woordfiches, waarbij je de hele historische ontwikkeling van drie op goed geluk getrokken woorden moest beschrijven ;-) Wie zich wil verdiepen in wat nu Proto-Indo-Europees (PIE) heet vindt op internet heel wat. Ik blijf het interessant vinden.

Geheel onverwacht stootte ik op de geschiedenis van een woord - die zich meer op de inhoudelijke verwantschap toespitst - in "The Suspicions of Mr. Whicher"*. Dit is een Engels detectiveverhaal dat zich afspeelt in 1860. Onderwerp is het onderzoek naar de waar gebeurde moord op een jongetje van drie. Het bijzondere eraan is, dat de schrijfster uitsluitend gebruik gemaakt heeft van bestaande archieven van de politie, het gerecht en de kranten plus andere publicaties van die tijd (waaronder enkele van Charles Dickens, met name). Zij heeft die enorme massa materiaal kunnen omvormen tot een boeiend geschreven whodunit, in de oude stijl, ondertussen de lezer een beeld gevend van de cultuur en mentaliteit van de 19e-eeuwse Engelsman. Hierbij bleek een uiteenzetting over het woord 'clue' op pagina 68** perfect op zijn plaats.

"Het woord 'clue' komt van 'clew', en dat is een bol garen. Dit kreeg de betekenis van 'dat wat de weg wijst' door de Griekse mythe waarin Theseus een bol garen gebruikt, gekregen van Ariadne, om zijn weg te vinden uit het labyrinth van de Minotaurus. De midden-19e-eeuwse schrijvers gebruikten het woord nog met dit beeld in hun achterhoofd. 'Het is altijd een plezier om een mysterie uit te pluizen, door de ragfijne clue te vinden en vast te houden die naar zekerheid leidt', merkte Elizabeth Gaskell op in 1848. 'Ik dacht dat ik het einde van een goede clew zag, zei de verteller in Andrew Forresters The Female Detective (1864). William Wills, Dickens' secretaris, bracht in 1850 hulde aan Whichers (de politieman die het onderzoek later leidde, MH) vernuft door te vermelden dat de detective de weg vond zelfs als 'iedere clue afgesneden lijkt'. 'Ik dacht dat ik de clue vasthad,' zei de verteller in The Woman in White in een aflevering van juni 1860. 'Ik had dan nog geen enkel vermoeden van de kronkelgangen van het labyrinth die me de verkeerde weg op zouden sturen!' Een 'plot' was een kluwen en een verhaal eindigde met een 'denouement', een ontknoping." (Mijn vertaling)

Bij de vertaling viel het me op dat het Nederlands dezelfde woorden gebruikt in overdrachtelijke betekenis: 'afsnijden', 'uitpluizen', 'vasthebben' van een draad. Ook in Nederlandse taalcommentaren heb ik bij het woord 'leidraad' een verwijzing gevonden naar het verhaal van Theseus en Ariadne. Maar toch steekt het ongeloof hierover bij mij de kop op, ook al was juist die vermelding aanleiding tot het schrijven van deze blogpost :-) Is het echt mogelijk dat een Griekse mythe, die een paar eeuwen geleden slechts gekend was door een culturele elite, aanleiding gegeven heeft tot taalgebruik van 'de man in de straat', wanneer hij bijv. verklaart: "...maar nu ben ik even mijn draad kwijt"? Mijn eigen opmerking over 'ongeloof' indachtig zal ik het houden op onvoldoende kennis van mijn kant over deze specifieke taalontwikkeling.

En κλωθώ? De medeklinkers in (het 'uiterlijk' van het woord) clue, een gutturaal en een 'l', gepaard aan het inhoudelijke aspect, een 'kluwen', deden mij dit Griekse woord, dat o.a. 'een draad spinnen' betekent, er spontaan mee associëren. De beginletters zijn een k en een l. Dus dit even opgezocht op internet, er bestaat een site, de Etymologiebank, die er betrouwbaar uitziet. Wat nu volgt is een typische etymologie-opsomming. Gevoelige zielen raad ik aan, zoals ze dat ook op televisie doen vóór ze iets heftigs laten zien, om zich af te wenden of de ogen dicht te doen (de volgende alinea zal weer normaal zijn):

kluwen zn. ‘tot een bol opgewonden draad’
Mnl. cluwen ‘kluwen’ [1240; Bern.].
Os. kleuwīn (mnd. kluwen); oe. cleowen (ne. clew), nfri. kleaune; < pgm. *kliwina-, verkleinwoord van *kliwja-, -jō-, waaruit: ohd. kliu(wi), kliwi (mhd. kliuwe), kli(u)wa, kliuwelīn (mhd. kliuwel(īn) en door dissimilatie kniuwel, kniulin, nhd. Knäuel); on. klé. Al deze woorden betekenen ‘samengebalde massa’, later (mnl., mnd., mhd., me.) ook ‘kluwen’.
Wrsch. verwant met: Grieks gíg-glu-mos ‘gewricht’; Sanskrit glāu- ‘bal, kogel’; Oudiers glō-snáthe ‘lijn’, letterlijk ‘kluwendraad’, Middeliers glao, glau ‘bal’; bij de wortel pie. *gleu- ‘bolvormig voorwerp’ (IEW 361). Hierbij ablautend misschien *glēu-/glou-, zie → klauw, en met -t-achtervoegsel misschien ook Grieks gloutós ‘bil’.

Een lekkernij voor de liefhebbers natuurlijk. Maar wat ontbreekt er? Kloothoo. Eigenlijk logisch. Het werkwoord 'spinnen' noch het zelfst. nw. 'spinster' zit inhoudelijk dicht genoeg bij 'bol garen'. Maar de stam met -kl- wel, vond ik. Dus ben ik nog wat verder gaan kijken en, triomf, vond wat volgens mij in bovenstaande etymologische draad wél thuishoort: κλῶσμα (kloosma). Beter leesbaar als je erop klikt:



--------------------------------------------------------
* The Suspicions of Mr. Whicher or The murder at Road Hill house", door Kate Summerscale, Bloomsbury paperback 2009.
** Beste lezer, vergeef me dat ik slechts verwijs naar bovenstaande uitgave, en niet de hele Engelse tekst overtik. Mijn scanner heeft nog geen OCR-functie.